November 14, 2024

Wetenschappers hebben misschien eindelijk het mysterie van het bewustzijn opgelost, en de ontdekkingen zijn alarmerend

Wetenschappers hebben misschien eindelijk het mysterie van het bewustzijn opgelost, en de ontdekkingen zijn alarmerend

Onze oude (sommigen zouden kunnen zeggen naïeve) opvatting van de menselijke natuur heeft zich aan drie doctrines gehouden. De eerste is dat wij de scheppers zijn van onze keuzes en acties. Wij zijn geen marionetten, maar verantwoordelijke en vrije agenten, die in staat zijn onze eigen weg in de wereld te bepalen. De tweede is dat mensen speciaal zijn en verschillen van andere dieren. Ten derde gaan we ervan uit dat onze percepties, althans meestal, de wereld accuraat weergeven zoals die is.

De wetenschappelijke studie van het bewustzijn heeft deze drie overtuigingen in twijfel getrokken. Neem onze vrije wil weg. Niemand hoeft verbaasd te zijn als hij ontdekt dat de hersenen van moeders tijdens de zwangerschap veranderen. Het toeschrijven van onze stemmingen en ons gedrag aan hormonen is het nieuwe gezond verstand geworden. Maar het idee dat onze gedachten en handelingen een direct gevolg zijn van hersenactiviteit kan ook verontrustend zijn. Als ‘mijn geest mij ertoe aanzet het te doen’, in welke zin heb ik dan controle over mezelf?

Een groot deel van Cricks onderzoek lijkt te suggereren dat de hersenen een soort machine zijn en dat we alleen maar de commando's uitvoeren. Eén laboratorium maakt modellen van de circuits van de hersenen, cel voor cel, alsof het een gigantische verzameling microscopisch kleine Lego-stukjes is. Een ander team heeft een complete kaart van het fruitvliegbrein gemaakt, een bewijs dat we op een dag hetzelfde kunnen doen met onze eigen complexe circuits. Crick's onderzoek naar de ziekte van Alzheimer is een ontnuchterende herinnering dat onze cognitieve vermogens volledig afhankelijk zijn van gezonde, functionerende hersenen, en dat wanneer die hersenen kapot gaan, wij dat ook doen.

Het feit dat veel van het bovenstaande onderzoek gebaseerd was op studies van vogels, muizen en vliegen suggereert ook dat we – afgezien van de noodzaak om mensen te beschermen tegen experimentele gezondheidsrisico’s – niet het idee accepteren dat mensen fundamenteel verschillen van andere dieren. Serieus meer. We bestuderen dierenhersenen omdat ze ons dingen vertellen over menselijke hersenen. Maar als de kloof tussen mensen en andere dieren kleiner wordt, betekent dit dan dat we minder waarde moeten hechten aan het menselijk leven, of de levens van andere wezens veel meer moeten respecteren? In beide gevallen werd de hiërarchie van soorten waarop we onze morele wereld bouwden verstoord.

Misschien wel het meest verontrustend is het idee dat we de wereld niet zien zoals die is. We weten al eeuwenlang dat de precieze manier waarop de wereld aan ons verschijnt wordt bepaald door onze zintuigen, en niet door de objecten zelf. De groene kleur van gras wordt bijvoorbeeld gecreëerd door ons visuele systeem. Maar recent onderzoek gaat verder. Onze hersenen kleuren niet alleen onze waarnemingen (soms letterlijk), ze construeren ze ook daadwerkelijk. Hersenen zijn geen passieve receptoren voor waarneming, maar eerder ‘voorspellingsmachines’ die zien wat je verwacht te zien, en horen wat je verwacht te horen.