May 8, 2024

Kunnen softwaretools leerlingen helpen afleiding tijdens digitaal leren te voorkomen?

Kunnen softwaretools leerlingen helpen afleiding tijdens digitaal leren te voorkomen?

Dit artikel is beoordeeld volgens Science Bewerkingsproces
En Beleid.
Editors De volgende kenmerken werden benadrukt, terwijl de geloofwaardigheid van de inhoud werd gewaarborgd:

Verdeling van antwoorden op vragen over de omvang van digitale afleiding tijdens het leren. credit: Onderwijs en informatietechnologie (2023). doi: 10.1007/s10639-023-12198-2

× Dichtbij

Verdeling van antwoorden op vragen over de omvang van digitale afleiding tijdens het leren. credit: Onderwijs en informatietechnologie (2023). doi: 10.1007/s10639-023-12198-2

Wie digitaal leert, raakt snel afgeleid. Dit komt omdat de gebruikte apparaten veel mogelijkheden bieden om de tijd op andere manieren te doden. Ondertussen is er een groot aantal softwareapplicaties ontworpen om u te helpen gefocust te blijven. Maar hoe worden deze zelfcontrolemiddelen gebruikt en hoe nuttig zijn ze?

A Nieuwe studie Door DIPF | Het Leibniz Instituut voor Onderzoek en Informatie in het Onderwijs onderzocht dit met 273 studenten uit het hoger onderwijs. De resultaten geven aan dat deze tools geen alomvattende oplossing zijn; Ze vereisen individuele instellingen en inzicht in de mogelijkheden van de software door gebruikers. Het werk is gepubliceerd in het tijdschrift Onderwijs en informatietechnologie.

Blijf ik de video-tutorial bekijken of heb ik liever een muziekfragment? Volg ik de online lezing tot het einde of speel ik nog een ronde van mijn favoriete spel? Iedereen die digitaal leert, is waarschijnlijk bekend met dergelijke verleidingen. Dit wordt ook bevestigd door het nieuwe onderzoek. “Er was niemand onder de deelnemers aan de studie die nooit werd afgeleid van digitaal leren. Ongeveer 64% meldde zelfs dat dit hen vaak of heel vaak overkwam”, legt hoofdauteur en onderzoeker Daniel Biederman van DIPF uit.

Hulpmiddelen voor zelfcontrole kunnen leerlingen helpen op koers te blijven. Het is overal verkrijgbaar en is nu vooraf geïnstalleerd op de meeste apparaten. Ze kunnen bijvoorbeeld websites blokkeren of gebruikers laten zien hoe lang ze in ongebruikte apps hebben doorgebracht om te leren.

Maar hoe populair zijn deze tools, hun functies en hoe worden ze gebruikt? De resultaten variëren per functie en gebruikersgroep. Maar wat opviel was dat hoewel 175 respondenten rapporteerden dat digitale afleiding hen ernstige problemen bezorgde, ongeveer 49% van hen op het moment van de enquête geen zelfcontrolesoftware gebruikte. Ongeveer 7% van deze 175 deelnemers was totaal niet op de hoogte van de tools.

De effectiviteit van deze programma’s wordt ook op gemengde manieren bekeken; Hoewel geen van de functies als volledig nutteloos werd beschouwd, werd alleen het visualiseren van de gebruiksduur als minst nuttig beoordeeld. De meest gewaardeerde functies waren de functies die afleiding op de website beperken of wijzigen. Daniel Biederman voegt hieraan toe: “Of deze tool als nuttig wordt beoordeeld of niet, hangt ook af van hoe vaak gebruikers zichzelf afleiden. Mensen met een gewoonlijk hoger niveau van afleiding hebben strengere beperkingen nodig.”

Achtergrond en implicaties

Uit het onderzoek kwamen verschillende redenen naar voren waarom deelnemers de tools niet vaak gebruiken of ze inconsistent nuttig vinden. Eén belangrijk aspect: platforms zoals YouTube dienen educatieve en amusementsdoeleinden, waardoor volledige blokkering onpraktisch wordt.

De deelnemers aan het onderzoek beoordeelden de omgang met fixatieprogramma’s in sommige gevallen ook als zeer ongemakkelijk. Ze moesten bijvoorbeeld vaak specifiek worden in- en uitgeschakeld. Bovendien zijn gebruikers niet altijd gemotiveerd om de tools te gebruiken of gebruiken ze deze alleen tijdens stressvolle testfasen. Dit maakt het lastig om belemmerend gedrag fundamenteel te veranderen.

De resultaten duiden op verschillende implicaties. Verbeterde functionaliteit van autonome tools zoals automatische activering kan hierbij helpen. Op platforms zoals YouTube kan het zinvol zijn om educatieve en entertainmentinhoud te markeren, zodat deze platforms niet volledig worden geblokkeerd. Het lijkt erop dat het verbeteren van de informatie en training over het gebruik van de hulpmiddelen ook nuttig zou zijn, evenals meer onderzoek naar de manier waarop mensen kunnen worden gemotiveerd om ze te gebruiken.

“Over het algemeen is het duidelijk dat het gebruik van software moet worden afgestemd op de individuele gebruiker en zijn situatie”, zegt Biderman. “Als eerste stap zou het zinvol zijn om de aandacht te vestigen op het brede scala aan tools dat al bestaat en hun instellingen. Opties.”

de studie

Een team van verschillende DIPF-afdelingen nam deel aan het onderzoek. Onderzoekers houden zich onder meer bezig met vraagstukken op het gebied van digitaal onderwijs en individuele leerondersteuning. Voor de online enquête gebruikte het onderzoeksteam gegevens van in totaal 273 studenten uit het hoger onderwijs – voornamelijk uit Duitsland, maar ook uit enkele andere landen.

In vragenlijsten gaven de deelnemers informatie over afleidingsgedrag, hun mediaconsumptie en het nut van zelfcontrolemiddelen. De vragenlijsten omvatten kwantitatieve onderzoeksinstrumenten zoals beoordelingen op schalen, maar ook antwoorden in vrije tekst. De onderzoekers berekenden de gemiddelde waarden en correlaties voor de statistische gegevens.

Wetenschappers wijzen erop dat er ook beperkingen zijn aan het onderzoek. De deelnemers spraken bijvoorbeeld voornamelijk Duits of Engels, wat betekent dat cultureel verschillend gebruiksgedrag niet precies kon worden onderzocht. Bovendien kunnen variabelen zoals helpen bestudeerd worden in langere ontwikkelingscontexten en met preciezere stappen. Hiervoor is echter verder langetermijnonderzoek nodig.

meer informatie:
Daniel Biederman et al., Het gebruik van digitale zelfcontrole-instrumenten in het hoger onderwijs – een onderzoek, Onderwijs en informatietechnologie (2023). doi: 10.1007/s10639-023-12198-2

Aangeboden door DIPF | Leibniz Instituut voor Training en Informatie