April 25, 2024

Een algemene inleiding tot het toezicht op het bankwezen in Nederland

Een algemene inleiding tot het toezicht op het bankwezen in Nederland

Alle vragen

Invoering

Nederland heeft een lange geschiedenis als open handelsland, met bekende bedrijven als ING Bank, ABN AMRO en de coöperatieve Rabobank. De Nederlandse bancaire sector is sterk geconcentreerd, met een kleine groep structureel belangrijke banken die het leeuwendeel van de binnenlandse kredietverlening en Nederlandse deposito’s in handen heeft. Afgemeten aan de omvang van de Nederlandse economie is de bancaire sector groot. In 2022 was de omvang van het Nederlandse vermogen ten opzichte van het bbp circa 310 procent.2

Regelgevend regime van toepassing op banken

Basisstructuur van bankregulering

Nederland kent een duale toezichtmodel dat enerzijds gericht is op organisatorisch en prudentieel toezicht en anderzijds op gedragstoezicht. De Europese Centrale Bank (ECB) en De Nederlandsche Bank (DCB) zijn systemische en prudentiële toezichthouders. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het ondernemingstoezicht.

De voor banken geldende toezichtbepalingen zijn grotendeels vastgelegd in de Wet toezicht financiële markten (Wft) die sinds 2007 van kracht is en de verschillende besluiten en regelingen die daarvan zijn afgeleid.

De reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op banken zijn grotendeels ontleend aan het EU-recht. Veel bepalingen in de Wft betreffen de implementatie van EU-richtlijnen.3 Met het oog op de verdere integratie van de interne markt worden echter steeds vaker wettelijke vereisten overgenomen in de vorm van EU-regelgeving.4 De Capital Requirements Directive (CRT IV), geïmplementeerd in de Wft, en de Capital Requirements Regulation (CRR) zijn van bijzonder belang voor de bancaire sector. Zowel CRD IV als CRR werden in 2019 ingrijpend gewijzigd door het EU-bankhervormingspakket, resulterend in CRD V en CRR II.5 Deze wijzigingen zijn in december 2020 en juni 2021 ingegaan. Verdere wijzigingen worden verwacht als gevolg van het huidige voorstel voor een verordening tot wijziging van de CRR met betrekking tot vereisten voor kredietrisico, kredietratingaanpassingsrisico, operationeel risico, marktrisico en introductie. Een publicatieplatform.

ii Het reguleren van banken met zetel in Nederland

In Nederland gevestigde banken moeten een bankvergunning krijgen van de ECB. DCB is verantwoordelijk voor het behandelen van vergunningaanvragen. Om een ​​bankvergunning te krijgen, moeten banken aan de volgende eisen voldoen:

  1. De dagelijkse beleidsbepalers van een bank en haar bestuurders moeten geschikt zijn voor het bankbedrijf;6 Daarnaast dienen de leden van de raad van commissarissen (of vergelijkbaar orgaan) geschikt te zijn voor het uitoefenen van hun toezichthoudende taak;
  2. De integriteit van de leden van het bestuur en de raad van commissarissen (of vergelijkbaar orgaan) van de bank, die het dagelijks beleid bepalen of mede bepalen, moet buiten twijfel staan;
  3. De Bank voert een integere en zorgvuldige bedrijfsvoering, waaronder adequate risicobeheersing en klantacceptatieprocedures en -maatregelen;
  4. Ten minste twee natuurlijke personen bepalen het dagelijks beleid van de bank en verrichten hun werkzaamheden vanuit Nederland;
  5. De raad van commissarissen (of vergelijkbaar orgaan) moet uit minimaal drie personen bestaan;
  6. De bank moet beschikken over een transparant controlesysteem dat adequaat toezicht waarborgt; En
  7. De bank moet voldoen aan minimumeisen voor eigen vermogen, solvabiliteit en liquiditeit.

Eenmaal vergund moet een bank aan deze eisen blijven voldoen. De DCB heeft onlangs herhaald dat de doorlopende meldingsplicht van toepassing is op precedenten die betrekking hebben op de geschiktheid of eigenheid van beleidsbepalers, voor zover het eisen op het gebied van de integriteit van beleidsbepalers betreft.7 Uit bepaalde specifieke eisen voor het verkrijgen van een bankvergunning kan aan de aanvrager het bewijs worden geleverd dat redelijkerwijs niet aan de eisen kan worden voldaan en dat de met de eisen nagestreefde doelstellingen op alternatieve wijze kunnen worden bereikt. Om innovatie in de financiële sector te stimuleren, staat de DCB sinds 2017 open voor het bieden van oplossingen voor innovatieve producten, diensten of bedrijfsmodellen die kunnen worden gebruikt via haar regulatory sandbox.8 Daarnaast kunnen startende en bestaande ondernemers via InnovationHub, een gezamenlijk initiatief van DCB en AFM, vragen stellen over de toepasbaarheid en interpretatie van het wettelijk kader.

De formele aanvraagtermijn voor een bankvergunning is 26 weken. Als onderdeel van het aanvraagproces dient de aanvrager onder meer een exitplan op te stellen, waarin moet worden aangegeven hoe de aanvrager zijn bankactiviteiten op ordelijke wijze kan afbouwen wanneer dat nodig is. De ECB heeft ook twee gidsen gepubliceerd waarin het proces en de vereisten voor het verkrijgen van een bankvergunning in de eurozone worden beschreven.9

Als een bank in Nederland beleggingsdiensten wil verlenen of beleggingsactiviteiten wil uitoefenen, moet zij een brede bankvergunning aanvragen. In dit geval zijn er aanvullende eisen met betrekking tot de bedrijfsvoering waaraan beleggingsmaatschappijen moeten voldoen. Een vergunninghoudende bank heeft geen aparte vergunning nodig om betaaldiensten te verlenen of advies te geven over financiële producten (anders dan financiële instrumenten) en op te treden als bemiddelaar met betrekking tot deze producten gereguleerd onder de Wft (consumenten)leningen. De relevante diensten vallen echter onder de bankvergunning en de betreffende bank is onderworpen aan aanvullende gedragsregels tijdens het verlenen van deze diensten (zie Hoofdstuk IV).

De FMSA heeft een apart regime voor kredietverenigingen, die worden gedefinieerd als coöperaties van leden die een bepaald beroep of bedrijf delen, die terugbetaalbare gelden van hun leden ontvangen en voor eigen rekening krediet verstrekken aan hun leden ten behoeve van hun beroep of bedrijf.

iii Regulering van buitenlandse banken en operaties

Over het algemeen gelden voor bijkantoren van buitenlandse banken die zijn opgericht om gereguleerde bankactiviteiten in Nederland uit te oefenen dezelfde vergunningseisen en doorlopende verplichtingen als banken met een zetel in Nederland. Buitenlandse banken met een zetel in een andere lidstaat van de EU of de Europese Economische Ruimte (EER) mogen wel grensoverschrijdend bankieren in Nederland via een bijkantoor of met een Europees paspoort. Dienovereenkomstig mogen banken uit andere landen van de eurozone onder hun ECB-bankvergunning bankactiviteiten in Nederland uitoefenen, mits de ECB hiervan op de hoogte is gesteld. Evenzo kunnen banken met een zetel in een EU- of EER-lidstaat die geen land van de eurozone is, bankactiviteiten in Nederland uitoefenen onder de bankvergunning van hun thuislidstaat, na de meldingsprocedure in hun thuislidstaat. Niet-eurozonebanken met een Europees paspoort in Nederland staan ​​onder rechtstreeks toezicht van de ECB. De DCB is verantwoordelijk voor het toezicht op niet-EER-banken die een bijkantoor in Nederland hebben gevestigd of grensoverschrijdende diensten verlenen.