March 29, 2024

In het kwartaalhuis van NL-inwoners wordt geen Nederlands gesproken

Een kwart van de inwoners van Nederland van 15 jaar of ouder spreekt thuis geen Nederlands en spreekt in plaats daarvan geen dialect, streektaal of een andere taal, zei Nederland vrijdag.

Ruim 10 procent van de Nederlanders spreekt een van de drie door de overheid erkende streektalen – 2 procent spreekt Fries, 5 procent Nedersaksisch en 3 procent spreekt Limburgs. Ruim 5 procent van de Nederlanders spreekt thuis een dialect. Nog eens 8 procent spreekt een andere taal, zoals Engels, Turks of Berbers.

“De provincies verschillen enorm in de taal of het dialect dat thuis veel wordt gesproken, en de dialecten en talen voldoen niet aan de provinciegrenzen”, aldus het Bureau voor de Statistiek.

Nederlands wordt meestal gesproken in Utrechtse huizen, waarbij minstens de helft van de Limburgers thuis Nederlands spreekt. In Friesland spreekt 40 procent Fries. Ongeveer 48 procent van de Limburgers spreekt Limburgs. Het Nedersaksisch is de thuistaal van 31 procent van de inwoners van Trent, 26 procent van de inwoners van Croningen en 24 procent van de Limburgers.

Inwoners van Geeland en Noordoost communiceren thuis vaak met respectievelijk 30 procent en 25 procent in een dialect dat geen officiƫle regionale taal is. Jude-Holland en Nurt-Holland vertegenwoordigen respectievelijk 12 en 11 procent van het spreken van een andere taal thuis, zoals Engels of Arabisch.

Het opleidingsniveau speelt een rol bij het gebruik van dialecten en streektalen, maar niet bij het gebruik van andere talen. Het gebruik van een dialect als thuistaal neemt af met toenemend onderwijs. Hetzelfde geldt voor het Nedersaksisch, en minder voor het Fries en het Limburgs.

Maar als het gaat om thuisgebruik van Chinees of Engels, komt het vaker voor onder hoogopgeleiden en lager opgeleiden.