November 24, 2024

Dutch Mills: Terugkeer van de Nederlandse molenaar |  Internationale

Dutch Mills: Terugkeer van de Nederlandse molenaar | Internationale

De Nederlanders begonnen rond 1200 met het bouwen van windmolens om water te pompen, en kwamen toen met het malen van graan. In de 19e eeuw stonden er op volle capaciteit zo'n 10.000 bouwwerken in het vlakke landschap van Nederland. In hun tijd essentieel voor de ontwikkeling van de landbouw en de industrie en voor het drooghouden van het land, staan ​​er nu ongeveer 1.200 molens. Tijdens de Covid-19-pandemie zorgde de tijdelijke lockdown ervoor dat mensen meer gingen bakken, en sindsdien is er een groeiende trend om meel van molenaars te halen.

Momenteel zijn 1.624 Nederlanders gekwalificeerd om windmolens op volle capaciteit te onderhouden, en 87 werkende watermolens (inclusief toeristenmolens). De meesten van hen zijn vrijwilligers die in hun vrije tijd werken, en slechts ongeveer 50 molenaars opereren als fulltime professionals die geld verdienen met hun werk. De trainingen duren twee jaar om in aanmerking te komen, en het programma besteedt speciale aandacht aan veiligheidsmaatregelen. Alle kandidaten moeten slagen voor de theoretische en praktische tests.

Tien procent van de studenten is vrouw; In 1985 waren er slechts twee vrouwelijke coaches. Beetje bij beetje verliest het stereotype van de mannelijke molenaar van een bepaalde leeftijd zijn relevantie en ontstaat er een nieuwe generatie amateurs. Er zijn honderd of meer instructeurs; Bij succesvolle afronding van een cursus ontvangen de cursisten een certificaat van de Nederlandse Molenaars Vereniging. “We komen er jaarlijks zo'n 150 nieuwe leden bij, en de federale overheid en de provinciale en lokale overheden dragen geld bij, want planten zijn erfgoed en gaan zonder verzorging snel achteruit”, zegt gildesecretaris Tom Gruening.

De hoofdrol van brood

Er zijn ongeveer 1.100 windparken en honderd waterkrachtcentrales verspreid over het land. Hoewel ze al jaren worden gebruikt voor de productie van graan, het kappen van hout voor schepen en huizen, het malen van zaden voor olie en het controleren van het waterpeil in de velden, is versgemalen meel de laatste jaren het favoriete handelsartikel geworden. Dit komt grotendeels door de centrale rol van brood in het Nederlandse leven. Volgens een onderzoek uit 2018 van het Nederlands Bakcentrum (NBC) beschouwt 74% van de mensen het als onderdeel van hun cultureel erfgoed. Brood is populairder dan fruit-, muesli- of groentesmoothies en vormt het grootste deel van de meest voorkomende lunch. NBC adviseert de bakkerijbranche en aan het onderzoek namen 800 respondenten deel. In een ander soortgelijk onderzoek uit 2023 gaf 88% van de respondenten aan dat volkorenbrood het favoriete brood is. Omdat de meeste afgestudeerden in de molen vrijwilligers zijn die de kosten van persoonlijke uitrusting dekken, hangt het inkomen van zelfstandigen af ​​van hoeveel ze per maand malen.

Volkorenmeel is in Nederland een beschermd keurmerk. Molenaars zeggen dat het smaakvoller en voedzamer is omdat ze het graan niet scheiden van de kiem (het reproductieve deel dat ontkiemt). Er zijn fabrieken met websites en fysieke en digitale winkels die een grote verscheidenheid aan producten verkopen. Er zijn meelsoorten gemaakt van tarwe, spelt, rogge, boekweit; maïsmeel; tarwe-, haver- en gerstvlokken; tarwezemelen, maïszemelen en tarwegriesmeelzemelen; droge gist; Vlas, Pompoen, Sesam, Papaver, Zonnebloem en Mosterd…

Aan het begin van de 20e eeuw bleven de Nederlandse molens draaien tot de geleidelijke introductie van stoommachines, diesel- en elektromotoren. De afgelopen honderd jaar zijn bijna 9.000 van deze unieke gebouwen, die de basis vormden van de Nederlandse industrie, verdwenen. Tegenwoordig zijn de molens niet alleen een kenmerk van het Nederlandse landschap, maar worden ze ook beschouwd als monumenten, en sommige ervan kunnen worden bezocht tijdens het Nationale Molendagweekend van 11 en 12 mei.

Aanmelden Onze wekelijkse nieuwsbrief Voor meer Engelstalig nieuws uit de EL PAÍS USA-editie