November 25, 2024

Late treinen, maar innovatie: 3 reportages over de Nederlandse Spoorwegen

Late treinen, maar innovatie: 3 reportages over de Nederlandse Spoorwegen

Treinen te laat, overvolle touringcars: wij Nederlanders klagen graag over ons treinsysteem. Is dat eerlijk? In dit artikel presenteren we aan de hand van drie stellingen een realistisch perspectief op het Nederlandse spoorwegsysteem.

Waarom je dit moet weten:

Reizen met de trein is een duurzame vervoersoptie. Daarom is het van groot belang dat het spoorwegsysteem in goede staat verkeert.

1: Het wordt nog erger met overvolle treinen

Niet correct. Overvolle treinen vormen de laatste jaren een reëel probleem voor de Nederlandse spoorwegen. vanwege Tekort aan personeelNS kan al geruime tijd niet de gewenste dienstverlening leveren. Ook wegenwerken zorgden voor moeilijkheden.

De oude dienstregeling heeft tot klachten geleid, maar de vooruitzichten voor veel OV-reizigers lijken dit jaar iets positiever te zijn. NS laat weer meer treinen rijden. Vooral pendelaars in de Randstad zullen hiervan profiteren.

NS heeft de capaciteit om extra treinen te sturen, omdat het vorig jaar bijna 1.500 conducteurs en machinisten inhuurde. De vervoerder waarschuwt echter dat de arbeidsmarkt krap zal blijven, waardoor sommige lijnen tijdens de daluren slechts één trein per uur zullen laten rijden.

2: Het te laat komen op treinstations neemt toe

OK In 2022, 91,6 procent Passagiers bereikten hun bestemming op tijd. Dit is minder dan het jaar ervoor (2021: 94,4 procent). Maar internationaal gezien is het een prestatie die nog beter is. Kijkend naar het regionale spoorvervoer in Duitsland bijvoorbeeld, is het tijdgebrek afgenomen 85,5 procent November vorig jaar. Alleen in dezelfde maand Elke seconde gaat ver De Deutsche Bahn-trein was op tijd.

3: Het Nederlandse spoorwegsysteem is verouderd

Niet correct. Zo worden er aanzienlijke investeringen gedaan in de infrastructuur van het Nederlandse spoorsysteem. Projecten zoals uitbreiding van stations, aanleg van nieuwe sporen en introductie van hogesnelheidstreinen zijn in ontwikkeling. Deze investeringen zijn nodig om aan de groeiende vraag naar spoorvervoer te voldoen en de capaciteit van het netwerk te vergroten.

Ook rondom het spoor is er veel innovatie gaande. Neem bijvoorbeeld Project Rail Fieldlab 5G, een samenwerking tussen ProRail, NS en Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het lab is een proeftuin voor nieuwe treingerelateerde technologieën en gebruikt 5G voor geavanceerde communicatie en monitoring van treinen en infrastructuur. Het concept van slicen, waarbij specifieke capaciteit wordt toegewezen aan verschillende gebruikersgroepen, is één van de mogelijkheden die 5G biedt. Het zal de communicatie tussen treinen en controlecentra verbeteren, waardoor ook realtime monitoring van treinen en spoorweginfrastructuur mogelijk wordt.

NS investeert ook in het 3D-printen van spooronderdelen. In de loop der jaren zijn er zo’n twintig onderdelen – van een stekker voor een omroepinstallatie tot een onderdeel voor een bestuurdersbedieningstafel – geprint.

ProRail innoveert met geavanceerde technologieën als Geonext Digitale drieling. Hiermee wil de spoorbeheerder de implementatie van het European Train Traffic Management System (ERTMS) versnellen. Het is een Europese norm voor spoorwegveiligheid en -controle. Digitale drielingen, een doorontwikkeling van de bekende digital twins, zorgen voor een nauwkeuriger digitaal model van de werkelijkheid. Met behulp van machine learning kunnen gegevens uit de lucht worden verzameld. Hierdoor kan ProRail spoorvakken tot in het kleinste detail in kaart brengen.

de toekomst

Kortom: Hoewel er uitdagingen zijn, vertoont het Nederlandse spoorwegsysteem ook een sterk innovatievermogen. Bovendien staan ​​er nog meer positieve dingen te gebeuren. NS kwam bijvoorbeeld tot een conclusie Overeenkomst Met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in de opdracht van de Nationale Spoorwegen om het spoorvervoer in het kader van duurzaam reizen tot 2033 te garanderen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hogere snelheidsverbindingen naar de regio en de stad en lagere tarieven voor stillere treinen.

Deze overeenkomst, evenals investeringen in personeel en infrastructuur, bereidt het spoor van Nederland voor op de toekomst.